afb. Martin de Goede
Door zijn verdienste voor de stad plaatsen we Jan van de Mortel op het ere-podium van de openingspagina. Alfabetisch valt zijn bijdrage op deze plaats uit de toon. Maar met deze suggestieve diskwalificatie zouden we zijn talent miskennen, zo toonaangevend als Jan in de stad was. De beminnelijke zoon van Eduard, directeur van de N.V. 's-Hertogenbossche Brandwaarborg Maatschappij, waarbij hijzelf later in dienst kwam, is geboren op 19 december 1902. Zijn geboorteplaats lag in het belendende pand rechts van het Zwanenbroedershuis, dat als eerbetoon aan zijn vader het 'Van de Mortelhuis' werd genoemd. Bij 750 jaar stad was Jan de burgemeester van het nagemaakt Den Bosch, het houten stadje, dat tussen 6 en 31 juli 1935 stond opgebouwd in de Casinotuin. Diezelfde functie van president-schepen had zijn vader 26 jaar eerder vervuld bij het 25-jarig ambtsjubileum van burgemeester P. van der Does de Willebois. In 1909 was er een gelijksoortig stadje, maar dan op de Parade, nagemaakt. Tussen 1956 en 1969 vertolkte hij de allereerste Ursten Boer den Beste. Het is een promotionele vondst uit het brein van Bruens, waarvan Jan de rol zo onovertroffen opvatte. Met zijn warmte maakte hij de uitstraling van Den Bosch nog gezelliger. Hoe kijkt de aristocratische president-schepen van oud 's-Hertogenbosch op zijn leven terug? „Dat leven hangt niet van toevalligheden aan elkaar. Elf is steeds mijn geluksgetal gebleven. Mijn eerste H. Communie deed ik op 11 mei 1911. Ik zat nog op kostschool en bij de loting voor militaire dienst trok ik ...11. Bij de kapper was het laatje voor het scheergerei met elf genummerd. En eenmaal volwassen en toebedeeld met een functie in Oeteldonk werd ik voorzitter van de Raad van Elf.” In zijn arbeidsintensieve leven waarin allerlei neventaken een rol speelden Was het moeilijk om zo tegen de pensionering in 1966 afscheid te nemen van het Rode Kruis, het Anjerfonds en de postzegelvereniging. Als ere-hoofdman van de Kring Maasland en staande deken van St. Catharina en opperdeken van de Federatie van Brabantse Schuttersgilden bleef hij betrokken bij één van de oudst bestaande folkloristische instellingen in ons land. Dat zijn inzet voor het maatschappelijk leven zo gewaardeerd werd moge blijken uit erkenningen van het Koninklijk Huis, de Gemeente Den Bosch en het Schuttersgilde. | 5 |
1952 |
VerslaggeverJan v.d. Mortel: veelzijdige activiteit voor al wat goed en schoon isOost-Brabant woensdag 8 oktober 1952 |
|
1963 |
VerslaggeverZilveren anjer voor de heer J. v.d. MortelBrabants Dagblad woensdag 3 juli 1963 |
|
1986 |
RedactieMortel, Jan van deEncyclopedie van Noord-Brabant 3 (1986) 124-125 |
|
1990 |
Paul Kriele en Aart van WoenselStadsgezichten een Bosch albumBoekhandel Mosmans 's-Hertogenbosch (1990) 5 |
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 72, 309
Hanneke Das-Horsmeier, Begraven in Vught : De Algemene begraafplaats 1830-1980 en gebruiken rondom overlijden en begraven in Vught (1985) 10, 104
Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 559
Nel van der Heijden Rogier, Slager : Acht Bossche kunstenaars en een museum (2015) 150
Paul Kriele, Stadsgezichten een Bosch' album (1990) 5
Rob van de Laar, De Oeteldonkse 'Grote Optochten', 1882-2004 (2004) 80, 81
Nederland's Patriciaat 97 (2020-2022) 412-413
Nol van Roessel, De Oeteldonksche Club 99 jaar (1981) 31, 62, 63, 76, 91, 96, 99, 147, 148